Marie-Claire Sprock, psychiater

‘Als rapporteur heb je echt de tijd om in een zaak te duiken.’

Ze zou het bijna een hobby kunnen noemen, zegt ze. Psychiater Marie-Claire werkt al geruime tijd als pro Justitia rapporteur en schrijft een aanzienlijk aantal rapporten per jaar, zowel opleggingsrapportages als rapportages in het kader van tbs-verlengingen.

Marie-Claire: ‘Ik krijg er heel veel energie van. Als rapporteur heb je echt de tijd om in een zaak te duiken. Die kans krijgt een gedragsdeskundige op niet veel andere plekken.’

Marie-Claire rapporteert, maar werkt ook voor het NIFP als feedbackgever op rapportages van anderen.

Daarnaast levert ze vanuit het NIFP psychiatrische zorg aan justitiabelen. Dat is een prettige combinatie, vindt ze. ‘Ik zit helemaal in de forensische wereld, en krijg alle voor mijn vak relevante aspecten mee.’

Media-aandacht

Als rapporteur heeft ze ook de nodige kennis opgedaan van de werkzaamheden van andere partners uit de strafrechtketen, zoals de politie. ‘Door alle strafdossier die ik heb gelezen in het kader van een onderzoek, heb ik een goed beeld van hoe een rechercheonderzoek wordt vormgegeven. En dat is best fascinerend. Ik heb ook de nodige zaken gedaan waar media-aandacht voor bestond. Dat blijft bijzonder. Je hebt een verdachte uitgebreid gesproken en alles over diegene gelezen, en dan komt de zaak langs op tv of radio en heeft iedereen het er over.‘

Intimiderend

In sommige gevallen vraagt de rechter de rapporteur het rapport op de rechtszitting toe te lichten. ‘Dat vind ik, nog steeds, best wel intimiderend. Maar dat hoort ook, zo’n zitting moet iets uitstralen: gezag, autoriteit. Toch heb ik het nooit vervelend gevonden, integendeel. Jij bent de deskundige, en de rechter wil van jou iets weten. Het NIFP begeleidt je ook als je op moet treden als getuige-deskundige. Ik spreek bijvoorbeeld soms graag even met een jurist van het NIFP door welke vragen mogelijk gesteld kunnen gaan worden.’

Geen jargon

Schrijfvaardigheid is belangrijk voor een pro Justitia rapporteur. ‘Je moet goed in de gaten houden dat je het rapport niet voor mede-gedragsdeskundigen schrijft, maar voor de rechter. Daarom is het zaak helder uiteen te zetten hoe je tot het advies komt. Het liefst zonder jargon, of als het niet anders kan, met een goede uitleg.’

Alles gericht op veiligheid

Van andere gedragsdeskundigen hoort ze wel eens dat zij het werk van een pro Justitia rapporteur maar eng en grimmig vinden. Die ervaring heeft Marie-Claire zelf niet. ‘Natuurlijk worden er wel eens mensen boos op je. Daar moet je ook wel tegen kunnen. Maar binnen een justitiële inrichting is alles gericht op veiligheid. In de spreekkamers is een alarmknop ingebouwd. En de bewaking is als dat nodig is sneller bij je dan je mogelijk acht. En ik heb zelf maar zelden van hun ondersteuning gebruik hoeven maken.’

Veel keuzevrijheid

Marie-Claire ervaart veel vrijheid in het uitvoeren van haar werkzaamheden als rapporteur. In het maken van afspraken en indelen van haar agenda, maar ook in de keuze van de zaken die ze doet in eerste aanleg of in hoger beroepzaken. ‘Je kunt zelf redelijk sturen welke zaken je gaat behandelen. Sommige collega’s voelen zich minder prettig bij zedenzaken. Die neem je dan gewoon niet. Een ander heeft dat weer bij een levensdelict. Sowieso gaat het lang niet altijd om zulke zware onderwerpen.’