‘We werken aan herstel, binnen én buiten’
Verhalen uit de praktijk
Werken als zorgpsychiater in een penitentiaire inrichting is allesbehalve voorspelbaar. Die dynamiek is nou juist wat Badyr Marsaoui (43) zo aantrekt. ‘De afwisseling in taken, teams en soorten problematiek maakt elke dag anders.’

Waarom heb je gekozen om in een penitentiaire inrichting (PI) te werken?
‘Gedetineerden zeggen weleens tegen mij: ‘Was ik maar jaren eerder in de gevangenis beland’. Want ‘buiten’ kregen zij soms, onder meer door de lange wachtlijsten, geen hulp. Tijdens detentie krijgen ze die hulp wel en lukt het vaak om ze psychisch te stabiliseren. Veel mensen knappen binnen op. In detentie kunnen we mensen ook vrij lang volgen. Het mooie aan dit werk is dat je resultaat ziet. Soms direct, omdat het behandelteam het suïciderisico kan verlagen bij iemand die psychisch in nood verkeert. Maar ook indirect, omdat we werken aan het verminderen van de kans dat een gedetineerde eenmaal buiten nieuwe slachtoffers maakt.’
Hoe lang doe je dit werk?
‘Ik werk nu zo’n zeven jaar als zorgpsychiater. Ik ben begonnen bij de dienst Midden-Nederland van het NIFP en ben gedetacheerd in PI Alphen aan den Rijn. Hiervoor heb ik een tijd in PI Almere gewerkt en ben nu weer terug in Alphen. Vanuit de opleiding hoorde ik al verhalen die me aanspraken: je hebt een breed palet aan taken, ziet een grote verscheidenheid aan problematiek, en doet ervaring op met complexe casussen. Mooi vind ik ook dat ik samen met het psycho-medisch team (PMO), waarmee ik wekelijks een overleg heb, ernaar streef dat mensen na detentie de juiste zorg en/of begeleiding krijgen. Het gaat dan niet alleen om geestelijke gezondheidszorg, maar ook om sociale zaken zoals huisvesting en opleiding, werk of dagbesteding.’
Hoe beïnvloedt de detentiesetting de diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen?
‘Onze behandeling richt zich op herstel, maar door het juridisch kader ook nadrukkelijk op het reduceren van de kans op recidive. We kijken altijd vanuit die context of mensen kunnen herstellen met medicatie en begeleiding. We weten wanneer de straf van een gedetineerde eindigt. Daar werken we naartoe. Vervolgens zoeken we tijdig contact met de ketenpartners, zoals de reclassering en/of de forensische FACT-teams, voor een goede overdracht.’

Zijn er stoornissen die je vaker ziet in detentie?
‘Eigenlijk kom ik alles tegen. Psychotische ontwikkelings-, of stemmingsstoornissen komen veel voor. Vaak in combinatie met middelengebruik of een (licht) verstandelijke beperking. Tot slot is ook binnen de PI het effect van vergrijzing merkbaar: we zien vaker beginnende dementie en begeleiden mensen dan na de straf ook weleens naar het verpleeghuis.’
Welke taken zijn typerend voor de PI-setting?
‘Een goed voorbeeld zijn de spoedconsulten. Die kunnen voorkomen wanneer iemand net is binnengekomen in de PI en last heeft van psychotisch, suïcidaal of ernstig verward gedrag. Een ander onderdeel van mijn werk is bijvoorbeeld het doen van voorgeleidingsconsulten. Voordat een verdachte wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris, bezoek ik de rechtbank. Ik zie de verdachte dan en geef advies over de benodigde zorg binnen detentie en wat voor gedragsdeskundig onderzoek passend is. Dat kan een enkel psychologisch onderzoek zijn, een dubbel onderzoek door een psycholoog en een psychiater of een klinisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Het OM kan vervolgens een onderzoek aanvragen bij het NIFP, die een onafhankelijke rapporteur aanwijst. Die stelt een pro Justitia-rapport op.’
Hoe bewaak je de balans tussen zorg verlenen en veiligheid handhaven?
‘Veiligheid is in alles leidend. Zo verblijven gedetineerden met ernstige psychiatrische stoornissen of psychische problemen in een van de vier Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC’s). Zelf werk ik op een Extra Zorg Voorziening (EZV). Dat is een afdeling voor kwetsbare gedetineerden die meestal met psychiatrische stoornissen kampen. Verder zijn er veel protocollen omtrent veiligheid. Als ik mensen zie voor een consult, is er bijvoorbeeld beveiliging aanwezig op de gang.’
Hoe ga je om met morele dilemma’s, zoals het behandelen van daders van zedendelicten?
‘Door te beseffen dat mensen die bij ons terecht komen, ziek zijn en mede door hun ziekte het delict hebben gepleegd. Ik wil die mensen behandelen om te voorkomen dat ze opnieuw een misdaad begaan. Ook als dat een heftig delict is geweest.
Veel gedetineerden kampen bovendien met gevoelens van spijt, schaamte, schuld of zelfs suïcidaliteit, omdat zij, soms deels, ontoerekeningsvatbaar waren ten tijde van het delict. Er is ook een kleine groep bij wie de gewetensfunctie verstoord is. Bij hen kijken we hoe we de gedragsproblemen zoveel mogelijk kunnen terugdringen. In de praktijk is de grootste groep gedetineerden overigens veroordeeld voor lichte vergrijpen, zoals overvallen of diefstallen, omdat zij dakloos of verward waren.’
Wat vindt je het grootste voordeel van dit werk?
‘Het geeft mij veel plezier dat ik af en toe echt nog kan puzzelen. Sommige gedetineerden zijn nooit in beeld geweest in de zorg. Dan is het waardevol dat ze hier de juiste diagnostiek en best passende behandeling krijgen.’
‘Door mijn werk maken mensen vaak een stap vooruit en wordt de maatschappij een stukje veiliger’

Tot slot: welke competenties heb je nodig als zorgpsychiater?
‘Er gebeurt altijd wel iets. Dat vraagt dus om een flexibele houding. Daarnaast is het belangrijk dat je van afwisseling houdt: je hebt verschillende taken, werkt op diverse locaties en schakelt met teams uit meerdere disciplines.. En je moet er blij van worden dat door jouw werk mensen vaak echt weer een stap vooruit maken in hun leven en de maatschappij een stukje veiliger wordt. Daar krijg ik elke dag energie van!’
Meer verhalen uit de praktijk
Reactie toevoegen
Je kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Je reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.