Onderzoeksrapport Pilot Risicoscreening in detentie 2021-1

Binnen het gevangeniswezen wordt op dit moment niet structureel aan uitgebreide(gestructureerde) risico-inventarisatie gedaan. Om de populatie -waarvoor bij vrijheden mogelijk risico’s bestaan op het specifieke gebied van geweld- beter in beeld te krijgen is een Risicoscreener voor gewelddadig gedrag ontwikkeld. In dit pilotonderzoek staat de vraag centraal of de Risicoscreener effectief kan worden ingezet in het gevangeniswezen.

Op 1 mei 2021 treedt naar verwachting de wet ‘Straffen en beschermen’ in werking. Deze wet vloeit voort uit de visie op gevangenisstraffen “recht doen, kansen bieden” (hierna: de visie; Ministerie van Justitie & Veiligheid, 2018). In de visie wordt o.a. gevraagd om een meer persoonsgerichte benadering van gedetineerden.

Rapportomslag

Auteurs: Michiel de Vries Robbé, Marijn van den End, Maaike Kempes

Onderdeel hiervan is de individuele afweging die gemaakt wordt bij de toekenning van detentiefasering en verlof en het advies over voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) aan het OM. Hierbij moeten drie criteria worden afgewogen: het gedrag van de gedetineerde in gehele detentie, de risico’s bij vrijheden en de belangen van slachtoffers. Om de populatie waarvoor bij vrijheden mogelijk risico’s bestaan op het specifieke gebied van geweld beter in beeld te krijgen is een Risicoscreener voor gewelddadig gedrag ontwikkeld. De ‘Risicoscreener geweld en zeden voor volwassenen in detentie: inventarisatie van risico- en beschermende factoren voor toekomstig gewelddadig gedag’ (Risicoscreener; De Vries Robbé & Van den End, 2020) is ontwikkeld door onderzoekers van het NIFP, in afstemming met een projectgroep waarin leden van de divisie GW/VB, directie B&B en de reclassering zitting hadden. De Risicoscreener is vervolgens uitgebreid getoetst in een pilotonderzoek, lopend van oktober 2019 tot september 2020. In dit onderzoeksrapport wordt de opzet van het pilotonderzoek uitgelegd, de resultaten van deze pilot weergeven en worden conclusies en aanbevelingen voor landelijke implementatie gepresenteerd.