Van alle deskundigen die de strafrechter bijstaan worden forensisch psychiaters en psychologen (samen: gedragsdeskundigen) het meest frequent om advies gevraagd. Ze adviseren de strafrechter middels een pro Justitia-rapport onder meer over de strafbaarheid van de dader en de passende maatregelen.
Omdat een pro Justitia-onderzoek vaak pas geïndiceerd wordt bij ernstigere delicten, is het belang van de uitkomsten ervan groot, voor zowel de verdachte als voor de samenleving. Doorgaans neemt de rechter het gedragskundig advies over. Recentelijk heeft zich echter een aantal zaken voorgedaan waarin het advies van deskundigen niet werd overgenomen en waardoor de relatie tussen gedragsdeskundigen en rechters meer op scherp is komen te staan.
Huidig wetenschappelijk onderzoek
Dit promotieonderzoek is gericht op hoe die verhouding precies werkt. Wat gebeurt er in zaken waarin het advies niet wordt gevolgd? Hoe verwoorden gedragsdeskundigen hun conclusies en hoe interpreteert de rechter die? Door middel van grootschalig dossieronderzoek, gestructureerde jurisprudentieanalyses en kwalitatieve onderzoeksmethoden wordt in kaart gebracht hoe gedragsdeskundig advies wordt gewogen, waar interpretatieverschillen ontstaan en hoe beide beroepsgroepen hun rol vormgeven binnen het strafproces.
In dit onderzoek werkt het NIFP samen met de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Er zullen verschillende dataverzamelingen plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met de gestelde privacywaarborgen.
Wie en wanneer
Onderzoekers: Eleni Georgaki (NIFP en RUG, promovenda), Michiel van der Wolf (RUG, promotor), Anna Goldberg (RUG, co-promotor), Laura van Oploo (NIFP, co-promotor) en Maaike Kempes (NIFP).
Periode: 2025-2029