Jaarlijks kiezen zo’n veertig gedragsdeskundigen en enkele forensische milieuonderzoekers ervoor om hun werk te combineren met de opleiding tot pro Justitia rapporteur. Daarin leren ze te rapporteren over verdachten in het kader van strafzaken. Ook Prema Koendan (33 jaar) en Frans Bocken (32 jaar), beiden psycholoog, besloten in de zomer van 2024 te solliciteren op de opleidingsplek die toen geboden werd bij het NIFP. Ze worden opgeleid tot GZ-psycholoog (PioG) en daarnaast volgen ze de pJ-opleiding (in totaal 2 jaar). Inmiddels zijn ze een flink eind op weg met de opleiding tot pJ-rapporteur. Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen? Wat zijn de uitdagingen, hoogte- en misschien ook dieptepunten? En hoe zien zij hun toekomst als pJ-rapporteur?
Beeld: © NIFP / NIFP
Prema is sinds juni 2020 in dienst van DJI. “Hiervoor heb ik drie jaar in gevangenissen gewerkt. Werken met mensen in detentie roept bij buitenstaanders soms negatieve ideeën op. Dat begrijp ik wel, aangezien het zo’n gesloten setting is. Maar ik vind het een leuke en bijzondere doelgroep.” Vroeger twijfelde ze tussen een studie psychologie of rechten. “Door mijn nieuwsgierigheid naar menselijk gedrag koos ik uiteindelijk psychologie, maar ik vind het strafrecht ook nog steeds interessant. In de forensische psychologie komt dat allemaal bij elkaar. Naast het diagnosticeren van een eventuele psychische stoornis, zoek je ook naar het antwoord op de vraag of die van invloed geweest is op het delict. Ook rapporteer je over hoe groot je de kans acht op recidive.”
In het diepe
De opleiding, waarbij je een dag per week les hebt in Utrecht, is vrij theoretisch maar wordt gecombineerd met praktijkoefening zoals rollenspellen. Daarnaast ga je, onder supervisie, aan de slag met rapporteren. Een bijzondere ervaring vinden Prema en Frans. “Zo’n eerste rapportage voelt wel een beetje als ‘zwemmen in het diepe’. Door het meekijken met een ervaren rapporteur leer je wat je moet vragen en waar je op moet letten. Maar eens komt natuurlijk die eerste keer, en dan moet je het echt zelf doen met ‘slechts’ één supervisor op de achtergrond.”
Auteurs als docent
Ter illustratie pakt Frans een dik boek met de titel ‘Gedragskundige rapportage in het Strafrecht’. “We noemen het ‘onze groene bijbel’. Een 1100 bladzijden tellend groen naslagwerk over ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, psychische diagnostiek en de toepassing ervan. Het forensische veld wordt in dit boek uitgebreid toegelicht. De meeste auteurs en redacteuren van dit lijvige boek, zijn collega’s van ons, werken bij het NIFP én geven ons les. Ik vind dat heel speciaal. Het maakt dat je de gelezen theorie, vaak direct kunt bespreken met een van de schrijvers. Nou ja, hoe vaak maak je dat mee?”, glimlachen beiden.
Aan de bak
Frans Bocken werkt bij Praktijk Aurelius en daarnaast sinds januari 2024 bij het NIFP als PioG. “Ik lees het allemaal met veel interesse en plezier. Die theorie is écht nodig om je werk goed te kunnen doen. Maar van een rollenspel leer je ook heel veel”, aldus Frans. “Er worden goede acteurs ingehuurd voor de rollenspellen, en dat vind ik echt fantastisch. Vooral van de momenten dat je zelf in zo’n spelsituatie ‘aan de beurt’ bent.” Frans herinnert zicht een situatie waarin de acteur-onderzochte maar bleef ratelen over wat hij wel of niet gedaan had. Hij werd zelfs een beetje agressief naar mij. Tja, ga maar eens stoeien met die situatie en oplossingen zoeken. Fijn om dit te oefenen in kleine en veilige groepjes. Echt onvergetelijk en bijzonder leerzaam. Tegelijk leer je ook veel van het kijken hoe anderen omgaan met casussen. Hoe lossen zij een situatie op en wat zeggen docenten, die zelf ervaren rapporteur zijn, daar dan weer over.”
Samenbrengen en afwegen
Als de verdachte meewerkt, wat ongeveer in de helft van de gevallen aan de orde is, volgt testpsychologisch onderzoek. Ook de resultaten daarvan vormen bouwstenen om te komen tot een zo volledig mogelijk beeld. Is er sprake van een stoornis en zo ja, achten we behandeling zinvol? Met behulp van instrumenten voor risicotaxatie probeer je een zo goed mogelijke afweging te maken wat er nodig is om te voorkomen dat iemand opnieuw de fout ingaat, en of het zinvol is om deze persoon te behandelen. Samen ontrafel je de psyche van iemand. Samen leg je de puzzel.
Cultuurverschillen
Prema liep een paar dagen mee met een ervaren rapporteur voordat ze begon aan de rapporteursopleiding (zoals de studie doorgaans genoemd wordt). En ja, de verwachting die ze had van de opleiding, komt goed overeen met de werkelijkheid. “Je doet veel theoretische kennis op, bijvoorbeeld over het achterliggende proces van een strafzaak. Ook was ik benieuwd naar de lesdag over culturele invloed. Ik vind het belangrijk om daar meer aandacht voor te hebben, omdat we geneigd zijn om naar gedrag te kijken vanuit een westerse bril. Frans noemt de brede scope als positieve ervaring tijdens de opleiding. “Dat je ook weet wat er gebeurt tijdens een rechtszitting in de rechtbank bijvoorbeeld. We hebben een uniek rechtssysteem in Nederland. Ik heb criminologische wetenschappen gestudeerd aan de rechtenfaculteit. Dat hielp me in het juridische deel van de rapporteursopleiding. Ik was op zoek naar verdieping in mijn werk, en ja, dat vind je in deze forensische wereld zeker.”
Studiebelasting
De combinatie van studie en werken is pittig maar wel behapbaar vinden Prema en Frans. “Het studiejaar zit er al bijna op en in onze groep van twintig, is er niemand gestopt. Scheelt natuurlijk wel dat je vooraf goed overweegt, voordat je hieraan überhaupt begint.” De opleiding pro Justitia rapporteur is in combinatie met je werk en sociale leven vooral een kwestie van goed plannen, vinden de twee. Denkend aan het onder toezicht schrijven van vijf rapportages tijdens het praktijkdeel van de opleiding, zegt Frans: “Ik doe er alles aan om dat te redden binnen de reguliere twee jaar die daarvoor staan. Mocht dat niet lukken, dan krijg je nog een jaar extra de tijd om dit af te ronden. Van de vijf moet je uiteindelijk ook drie rapportages verdedigen. Aantonen dat je – naast goed schrijven - ook een uitstekend reflectief vermogen hebt.”
Aan de slag
Er is een tekort aan rapporteurs in de forensische psychiatrie en psychologie in Nederland. Dat merken Prema en Frans om zich heen. Dus werk genoeg in deze sector. “Valkuil kan zijn om volledig op te gaan in studie en het vele werk dat wordt aangeboden. Dat risico wordt groter als je bedenkt dat er veel flexibiliteit is qua werktijden als forensisch rapporteur. Binnen de inlevertermijn heb je alle vrijheid voor wat betreft het uitwerken van rapportages.” Frans weet dat dit echt een verschil is ten opzichte van werken in de GGZ, waar de werkuren veel strakker gepland worden. “Om te voorkomen dat je jezelf voorbijloopt, moet je jezelf af en toe even volledig vrij plannen. Even echt ontspannen. Anders ga je maar door en door.” Prema zegt ook de intervisiegroep zeer waardevol te vinden. “Als werkenden en rapporteurs in opleiding, zitten we in hetzelfde schuitje en begrijpen we elkaar met een half woord.” Frans vult aan: “We werken allebei al bij NIFP en maakt dat we ‘de weg’ kennen binnen de organisatie. Het is fijn dat we weten waar en bij wie we moeten zijn met vragen.” Prema knikt instemmend: “Ik vind de begeleiding vanuit NIFP ook echt heel goed.” Frans beaamt dat en geeft toe: “Ik zie wel uit naar afronding van de opleiding, zodat ik me nog meer en beter kan toeleggen op het werk als pJ rapporteur.” Prema glimlacht bemoedigend: “Komt goed. Alles op z’n tijd. Stap voor stap.”