Innovatie & Beleid: IFZ op maat

De komende tijd publiceren we regelmatig een interview met een NIFP’er die werkt aan een project uit het jaarplan inhoud 2023. Dit jaarplan geeft sturing aan de inhoudelijke beleidsontwikkeling en innovatie binnen het NIFP. In dit interview lichten we het deeljaarplan van het beleidsterrein Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) uit. Aan het woord is Margriet, senior beleidsadviseur voor met name de indicatiestelling forensische zorg. Wat staat er voor 2023 in het jaarplan van het beleidsterrein IFZ?

“Veel, want het NIFP indiceert voor verschillende typen zorg, bij complexe problematiek en ernstige delicten, dus met een groot maatschappelijk belang en in een dure sector. Vandaar dat de te indiceren zorg zowel passend, ofwel doeltreffend, als passend, ofwel doelmatig, moet zijn. De afgelopen jaren zijn we samen met de ketenpartners druk geweest om in pilots te onderzoeken of trajectindicatiestelling beide zou kunnen bevorderen. Maar zowel vakinhoudelijk en praktisch als bestuurlijk waren er bezwaren, reden waarom we ons nu gaan richten op trajectdenken. En dat betekent dat we het weer meer kunnen gaan hebben over de bevordering van één landelijk product en de kwaliteit daarvan: kwaliteit op orde. Daarbij bekijken we tevens of meer differentiatie wenselijk is: IFZ op maat. We gaan bovendien met onze tijd mee door onszelf de vraag te stellen of het gebruik van Artificial Intelligence zowel die kwaliteit als onze eigen doelmatigheid kan helpen. Door een bijna afgerond project van afdeling Wetenschap & Opleidingen (W&O) met Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) hebben we inmiddels al wat meer zicht op een antwoord.”

Kwaliteit op orde

“Even ter herinnering: forensische zorg heeft tot doel om recidive tegen te gaan. Dit via de behandeling van een stoornis of het leren omgaan met een beperking die een rol heeft gespeeld bij het delict waarvan iemand wordt verdacht of waarvoor hij of zij is veroordeeld. Het is aan onze 20 coördinatoren IFZ en de betrokken psychiaters, gefaciliteerd door de medische administratie, om vast te stellen of die relatie aanwezig is en aan welke zorg en beveiliging behoefte is: de indicatiestelling. Deze is de basis voor de plaatsing en de op te starten zorg.

Om te kunnen indiceren, vragen we bepaalde broninformatie aan de aanvragers van de indicatiestelling en hanteren we bepaalde werkwijzen. Deze zijn uitgewerkt in best practices, instructies en formats en dergelijke. Tegelijk vragen structurele aanpassingen, maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wet- en regelgeving, voortschrijdende vakinhoudelijke inzichten én vraagstukken in de uitvoering om periodieke updates. Zo zijn we momenteel bezig de checklist voor de brondocumenten te herijken en de recent vernieuwde Schrijfwijzer daarop af te stemmen. En ook zal onze methodische manier van informatieverwerking, de zogenaamde Afwegingslijst, tegen het licht worden gehouden en zo nodig worden bijgesteld.

Dit alles wordt ondersteund door periodieke voorlichting en scholing. Zo staan dit jaar onder meer de onderwerpen ‘radicalisering’ en ‘trajectdenken’ op het programma. In het kader van deskundigheidsbevordering vinden bovendien sinds jaar en dag zgn. consensusbesprekingen plaats. De coördinatoren hebben dan geïndiceerd voor dezelfde casus en wisselen, zeker bij verschillen, hun beweegredenen uit. Het doel is aan elkaar te leren en zo de overeenkomstige beoordeling te vergroten.”

Artificial Intelligence

“En precies dit, ons streven naar zoveel mogelijk persoonsonafhankelijke indicatiestelling, was een belangrijke invalshoek van het AI-project. Onderzocht is of en in hoeverre AI de advisering zou kunnen ondersteunen door een casus te typeren en vergelijkbare casuïstiek te vinden waarvoor eerder is geïndiceerd. Daarbij dus gebruikmakend van de kennis en de ervaring van de indicatiestellers zelf. De actuele casus zou zo kunnen worden geobjectiveerd en een denkrichting gepresenteerd. Dit veronderstelt dat AI ons type brondocumenten kan lezen en deze informatie kan waarderen, waarmee bovendien tijdwinst zou kunnen worden geboekt.

Maar met de beschikbare AI-middelen bleek aan deze voorwaarde niet goed genoeg te kunnen worden voldaan. En eigenlijk verbaast me dat niet, al kan er meer dan ik dacht. Want een indicatiestelling is geen ABC’tje. Denk alleen al aan het ‘noodzakelijke’ verband tussen factoren en het indexdelict. De vaststelling en de weging daarvan zijn geen recht toe recht aan redenering ‘als dit dan dat’.

Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat het project niets heeft opgeleverd, in tegendeel. Met het voortgeschreden inzicht gaat W&O verder onderzoeken wat AI voor het soort processen bij het NIFP kan betekenen.”

IFZ op maat

“Een aspect van kwaliteit, het goede doen op een goede manier, is in onze ogen ook: differentiatie. Niet altijd dezelfde aanpak voor alle typen casussen en vraagstellingen, maar kijken naar wat noodzakelijk en mogelijk is. Zo kan een herindicatiestelling soms misschien volstaan met aanvullende informatie en zou je bij een indicatiestelling voor forensische verblijfszorg wellicht alvast willen afstemmen op de specifieke mogelijkheden ‘buiten’. En naar aanleiding van de evaluatie van de toeleiding PPC van vorig jaar zullen we ook de verschillende processen beter op maat maken. Overbodig te zeggen dat de relatief nieuwe, bijzondere groep van levenslanggestraften eveneens om maatwerk vraagt.

En zo sluiten we aan bij de rode draad van het jaarplan Inhoud: de zinnige inzet van mensen en middelen, niet alleen in onze eigen organisatie maar ook binnen het stelsel van de forensische zorg.”