Betrouwbaarheid en validiteit VERA-2R

Het belangrijkste doel van dit onderzoek is meer te weten te komen over de betrouwbaarheid en validiteit van de VERA-2R.

Met de VERA-2R (Violent Extremist Risk Assessment - Versie 2 Revisie) kan een gestructureerd professioneel oordeel worden gegeven over het risico op gewelddadig extremisme en terrorisme.

Dit betekent dat professionals met behulp van de VERA-2R kunnen inschatten wat de kans is dat een pleger van gewelddadig extremisme of terrorisme opnieuw de fout in gaat. Er is nog weinig bekend over de betrouwbaarheid en validiteit van de VERA-2R.

Huidig wetenschappelijk onderzoek

In dit onderzoek wordt onderzocht wat de betrouwbaarheid en validiteit  is van de VERA-2R. Met betrouwbaar wordt bedoeld dat een risicoanalyse instrument nauwkeurig en zuiver meet. Met valide wordt bedoeld dat je meet wat je daadwerkelijk wilt meten.

In het onderzoek worden verschillende vormen van betrouwbaarheid en validiteit van de VERA-2R gemeten. Bijvoorbeeld, de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (overeenstemming tussen beoordelaars) en de discriminatieve validiteit (in hoeverre kan de VERA-2R onderscheid maken tussen twee groepen waarvan mag worden aangenomen dat ze van elkaar verschillen; plegers van terrorisme en plegers van regulier geweld). Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat de VERA-2R een goede tot uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid heeft.

Het is belangrijk om te weten in hoeverre de VERA-2R betrouwbare en valide risico-inschattingen maakt, zodat duidelijk wordt in hoeverre het instrument van waarde is voor de praktijk. Dit onderzoek naar de VERA-2R is onderdeel van een tweejarig project. Dit project heet VERAPRO2EU en wordt betaald door de Europese Unie.

VERA-2R

De VERA-2R bestaat uit 34 risico- en beschermende factoren. Deze factoren zijn geselecteerd op basis van wetenschappelijk onderzoek. En op basis van kennis van professionals die werkzaam zijn op het gebied van gewelddadig extremisme en terrorisme. Deze 34 factoren zijn verdeeld over vijf domeinen:

  • Overtuiging, Opvattingen en Ideologie
  • Sociale Context en Intentie
  • Historie, Actie en Capaciteit
  • Toewijding en Motivatie
  • Protectieve indicatoren

Wie en wanneer

Onderzoekers: Annemaryn de Bruin (junior onderzoeker), Merel Prinsen en Nils Duits (senior onderzoekers).

Samenwerkingspartners: Nico Braspenning, Federale Overheidsdienst Justitie (FOD), en Astrid Boelaert Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) België.

Periode onderzoek: 2020 - 2022.